Iedereen kent de legendarisch cols uit de Tour de France zoals de Galibier of de Hollandse berg Alpe d´Huez. Wellicht omdat men in de Ronde van Zwitserland andere soort etappes kiest, maar de Furkapas of de Nufenen kent bijna niemand. Hoog tijd dus om Zwitserland in samenwerking met Scott te verkennen met de koersfiets.

Over een Romeinse weg klimmen naar de St. Gotthard
Vertrekpunt is Ronco Bedretto in het Italiaanstalige kanton Ticino, van waaruit we een ronde van bijna 100 km maken. De eerste klim van Airolo naar de St. Gotthard is het gelijk raak. Een echte uitdaging met fantastische uitzichten als beloning. Bovendien is er opvallend weinig verkeer, dat de tunnel kiest. Echt steil is deze klim nergens, maar we rijden wel over een oud Romeinse klinkerweg, de Tremola. Dat maakt de bestijging van deze col technisch, zeker bij regenachtig weer. Bovenop de 2106 meter hoge St. Gotthard genieten we van een lekkere warme Ovomaltine. Een Zwitserse variant van warme chocolademelk, met wat honing en extra eiwitten, ideaal voor de rest van de tocht.

Haarspeltbochten van de Furkapas
Na de eerste afdaling van de dag, zetten we via langs de Rhone stroomopwaarst koers richting de volgende col: de Furkapas. Vanuit de groene vallei slingeren we, via de soms als met bijna gouden gloed overspoelde bergweiden tot ruim boven de boomgrens tussen de wit besneeuwde toppen door. Boven op 2436 meter aangekomen zien we de ontelbare haarspelbochten van de Furka, maar ook van de Grimselpas.
Na een afdaling vol haarspeldbochten dus, is het niet ver meer naar de laatste klim van de dag: de 2478 hoge Nufenen. Het is de op een na hoogste geasfalteerde col van Zwitserland en de lucht voelt gaandeweg met al wat kuitenbijters in de benen extra dun aan. Aan het eind van de dag hebben we amper 100 km in de benen, maar wel 40 km daarvan bergop. Het lijkt alsof we een mythische alpenetappe hebben gereden en eigenlijk is dat ook wel zo.

Lago di Narèt: de grote onbekende
Dag twee heeft een onbekende reus op het programma: de Lago di Narèt. Daarom is het niet onverstandig om vanuit Locarno te beginnen om alvast wat ingereden te zijn voordat de echte klim begint. Vanaf Bignasco is het zover, de komende 10 km richting Peccia wordt het alsmaar steiler. Toch zitten we dan nog maar op 800 meter. De eigenlijke klim, 20 km lang met zo´n 1450 hoogtemeters, moeten we nog overwinnen.
Na de afdaling komen we uit in Peccia. We wanen ons in Italie, maar zijn toch nog steeds in Zwitserland. Qua eten betekent dat ´the best of both worlds´. Lekker culinair genieten van allerlei lokale produkten, zoals een minestronesoep met polentadus.

De omgeving aan de zuidflanken van de Alpen is even indrukwekkend als het klimwerk er tegenop. Valle Maggia laat de streek zich noemen, het zuidelijkste puntje van Zwitserland. Hier voelt het al heerlijk mediteraan aan, ideaal voor een trip in het voorjaar of rond de koers van de vallende bladeren. Ga echter niet al te vroeg in het voorjaar, want dan zijn de Furkapas en de Nufenen vaak nog niet sneeuwvrij.
Het oorspronkelijke artikel komt van de hand van Alain Rumpf (alias A Swiss With A Pulse). Op de hoogte blijven van alles over fietsen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief of volg ons op facebook. Zo krijg je altijd actuele info over onze prijsvragen, aanbiedingen en veel meer.